Het ochtendgloren in de wijdse savenne bracht het humeur na de eerste kampnacht direct op peil. Het overweldigende uitzicht over Lake Manyara achter gelaten, begonnen de fietsers aan het laatste stuk asfalt vooraleer de ruige wegen onder de wielen zouden schuiven. Voor de lunch was het vooral kilometers vreten om de onvermijdelijke bergen dichter te brengen. Een lange, maar gestage, klim testte alvast het doorzettingsvermogen van de deelnemers. Bij lunch aan het meer van Babati bleek dat de honger naar een nieuw landschap groot werd. Twee uur later werd die honger weergalloos gestild met de eerste klim die de eerste echte beproeving was voor de fietsers.


Iedereen kwam boven, ook de onfortuinlijke Jip die al van voor de start last heeft van uit de kluiten gewassen reizigersdiarree en bovendien nog af te rekenen kreeg met een bloedneus tijdens de klim. Vooral de locals die hem zagen staan met tissues op alle mogelijke plekken, moeten er het hunne van gedacht hebben. Gelukkig spreken we over een uitzonderlijk goede fietser die wel het één en ander kan hebben, hij fietste nog steeds als een dartel veulentje naar de top. Ook de weergoden maakte de klim heroïsch: zwoel zonnig aan de voet, tropisch regenend halverwege en iedereen was alweer regendroog op de top... Al speelde het zweet wel een beetje spelbreker

Na een verkwikkende drankstop op twee kilometer voor het kamp leek ook het laatste klimmetje voor sommige een marteling, bier heeft dus toch niet altijd een positieve invloed op je fietsprestaties. Het erf van onze gastheren werd omgetoverd tot kampplek en we genoten alweer van een heerlijke avond.